Premier Mark Rutte kan zich voorstellen dat sommige uitspraken van kabinetsleden over ongevaccineerden tijdens de coronacrisis als hard zijn ervaren. Dat schrijft Nu.nl op basis van debatten in de Tweede Kamer.
Rutte reageerde op vragen van Caroline van der Plas (BBB). Zij vroeg of het kabinet te hard was over ongevaccineerden of te weinig in gesprek ging met deze mensen. “Misschien onbedoeld, maar zeker niet bedoeld,” zei Mark Rutte daarop. “Er zijn binnen het kabinet felle debatten geweest. Zeker over de coronapas.”
De Tweede Kamer debatteerde vandaag over het eerste rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid.
Van der Plas noemde het verhoogde wantrouwen in de politiek na de coronacrisis. Er mag dan geen daadwerkelijke ‘vaccinatiedwang’ zijn geweest, het scheelde maar weinig of de coronapas werd verplicht voor bijvoorbeeld de horeca.
Daarmee zou een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen de rechten van gevaccineerden en ongevaccineerden. “Er waren dwingende redenen om dat onderscheid wel te maken. Dat kan leiden tot een gevoel van uitsluiting. Daar moet je het gesprek over aangaan,” zei Rutte daarover.
Er was een grote groep mensen die zich om welke reden dan ook niet wilde laten vaccineren. Die groep werd gedurende de crisis steeds luidruchtiger.
Vanuit het kabinet werd de kritiek op deze groep ook steeds harder. De toenmalige minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge hield zich niet in. In een interview met Nu.nl zei hij: “Het heeft iets decadents om te denken dat je kunt bedanken voor het enige middel dat ons uit deze crisis helpt.” Dit soort uitspraken leidde volgens Van der Plas tot polarisatie en voedde het wantrouwen in de politiek.